woensdag 11 november 2009

Gender in de wetenschap

Een titel die dubbelzinnig op te vatten valt: sinds de jaren zeventig denken historici na over de rol van 'gender' in de wetenschap. Dit heeft ons (historici, de mensheid) geen windeieren gelegd. Genderwetenschappers zijn geen enge feministische types meer, maar schuiven netjes op naar het vakgebied van de mentaliteitsgeschiedenis: in hoeverre speelt (het) geslacht een rol in de denkprocessen van mensen? En specifiek, hoe werkt dit binnen de wetenschap? Men heeft 'ontdekt' dat, naarmate je hoger op de wetenschappelijke ladder komt, het aantal vrouwen steeds afneemt. Dit is zichtbaar in het schaardiagram, zie bijv. hier: http://www.cgs.ugent.be/UGender/waarom/doorstroming

Gender- en cultuurwetenschappers zijn 'as we speak' bezig met onderzoek naar oorzaken van dit diagram. Hierbij wil men verder kijken dan de normale oestrogeenverklaring, als zou de vrouw moeten kiezen tussen carrière of gezin. Ook het argument van de pijplijn (1), dat nog wel eens aangehaald wordt, voldoet niet meer. Zo kom ik aan bij het tweede aspect van de titel (ik refereerde er al even aan): de rol van gender in de wetenschap. Men zou kunnen zeggen dat genderwetenschappers begonnen met een negatieve houding door te stellen dat vrouwen in de wetenschap geblokkeerd werden door bewuste, of onbewuste discriminatie. Het onderzoek naar deze onbewuste discriminatie of wetenschapscultuur heeft echter goede vruchten voortgebracht. Historici en andere wetenschappers zijn zich nu veel meer bewust van de context waarin wetenschappers werken en werkten. Dit geldt niet alleen voor hoe deze wetenschappers zichzelf zagen, maar ook welk beeld ze wilden uitstralen, welke waarden daarin meespelen, in hoeverre dat beeld en die waarden gedeeld worden door het publiek van de wetenschapper (de sociale of maatschappelijke context). Dus vanuit het idee van een zekere 'vrouwonvriendelijkheid' binnen de wetenschappelijke cultuur ging men zich afvragen wat die cultuur nu eigenlijk inhoudt. Het is een wetenschapsgebied dat nog volop in ontwikkeling is, maar één ding staat vast: de objectieve wetenschapper met zijn witte labjas en hoofd vol logische problemen, bestaat niet.


1. Zoals zichtbaar in het diagram nadert de man-vrouw verhouding bij studenten 50/50. Aangezien dit eerder minder het geval was, zou het slechts afwachten zijn tot 'de vrouwen door de pijplijn kwamen'. De vraag is of de pijplijn niet verstopt is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten