zondag 23 december 2012

The Hobbit: An unexpected journey (recensie)

Gisteren had ik het genoegen Peter Jacksons nieuwste project The Hobbit: An unexpected journey te bewonderen. Het was een erg fijne ervaring. Men heeft het plan opgevat om het boekje (310 p.) in drie delen te verfilmen. Ambitieus als dat is, geeft het wel veel ruimte voor verhaalelementen die niet zozeer tot de hoofdlijn behoren. Naast De Hobbit baseert Jackson zich ook op andere boeken en aantekeningen van Tolkien. Voor de fans dus veel extra materiaal!

Mijn verwachtingen kwamen niet uit. Ik verwachtte niet veel, wellicht dat het net zoiets zou worden als de LOTR-films. Het tempo ligt echter een stuk lager. Wie voor (veel) actie komt, komt misschien bedrogen uit. Maar de film is een prachtige hommage aan Tolkien en de bijzondere karakters die zijn wereld bevolken. Ook krijgen we een kijkje in de ontwikkelingen tot aan het begin van LOTR.

Heerlijk zijn de scènes van de dwergen die Bilbo's huis op stelten zetten, de drie fameuze trollen en de eigenaardige tovenaar Radagast. En natuurlijk het spel tussen Bilbo en Gollum. De film is in 48 frames per second (fps) geschoten in plaats van het gebruikelijke 24. Hierdoor moet de film realistischer lijken en is er minder sprake van blurring. Zelf heb ik er niet erg op gelet. Sommige scènes waren detaillistisch wel erg goed opgezet, zoals 'Goblin Town', de stad van de aardmannen.

Eén ding dat mij opviel in negatieve zin: niemand van de good guys gaat dood. Nu is dat enigszins logisch, gebeurt wel vaker in zo'n heldenfilm. Maar er sterven toch een behoorlijk aantal orks en aardmannen. Sowieso valt de rassentheorie een beetje tegen (of die nu van Tolkien of Jackson is). De 'goede' rassen hebben allemaal hun interessante eigenaardigheden en 'specialiteiten'. De orks en aardmannen (het onderscheid is soms onduidelijk) vormen echter een meestal domme, slechte en wrede massa. Meer een karikatuur dan daadwerkelijke rassen. Zie alleen al het verschil tussen de prachtige dwergen- en elfensteden versus de houtje-touwtje constructie die 'Goblin Town' wordt genoemd en waar de vadsige 'Great Goblin' (een andere naam heeft hij niet!) heerst.

Ondanks deze kritische noot blijft het een heerlijke film voor Tolkien-fans. 169 minuten lang puur genieten, niet gaan is duurder. Ik ben erg benieuwd naar de volgende delen, maar daarvoor zal ik waarschijnlijk wat geduld moeten opbrengen. Ach, in maart begint Game of Thrones weer!

maandag 5 maart 2012

Smetvrees

Meteen maar een nieuw blog, want als ik inspiratie heb kan ik dat er beter uit gooien dan te wachten tot ik geen 'schrijflust' meer heb. In mijn vorige blog ('hondenliefde') schreef ik over mensen met een afkeer van dieren, of zelfs van het 'dierlijke' in zichzelf. In dit blog wil ik daar verder op ingaan.

Iedereen kent wel iemand met smetvrees. Zo iemand die bang is om een beetje vies te worden. Op voorhand wil ik overigens niet hebben over mensen met allergieën, of zij die om wat voor reden dan ook gedwongen zijn om extra hygiënisch te leven. Laat dat duidelijk zijn. Enfin, smetvrees. Dieren zijn maar vies, en kinderen eigenlijk ook, andere mensen zijn soms vies en de natuur al helemaal. Als ik eerlijk ben zie ik smetvrees als een vorm van zelfontkenning. Dat zal ik uitleggen.

Of de mens nu een dier is of niet (de heren theologen zijn er nog niet over uit), iedereen zal het met me eens zijn dat de mens bepaalde dierlijke gewoontes vertoont. Het gaat hier om de primaire dingen: eten, drinken, ontlasten, slapen, seks. Allemaal dingen die een beetje 'aards' zijn. Hoe ontwikkeld we ook zijn, hoe ingewikkeld we dingen ook hebben gemaakt, die aardse dingen zijn en blijven onderdeel van ons. Ik denk dat als we ons verzetten tegen 'vieze' dingen, we ons uiteindelijk verzetten tegen een deel van onszelf. En dat deel van onszelf kunnen we beter omarmen. Het is niet erg, om met een hond te stoeien, om met je vingers in de modder te zitten, om eens lekker te zweten. Beter dat dan je perfect ingerichte huisje rein te houden met vochtige geurdoekjes.

Hygiëne is een mooi iets, hoewel nog niet zo oud. Pas de laatste twee eeuwen zijn we er echt mee bezig. Het heeft ons veel geholpen in de bestrijding van dodelijke ziektes, in het verlengen en verbeteren van het leven en de kwaliteit daarvan. Dat neemt niet weg dat we niet moeten doorslaan. De mens heeft een stukje aardsheid in zich, dat hoort zo en dat moet zo blijven. Het is zelfs gezond voor je; probeer je antisysteem maar eens op peil te houden in een steriele omgeving. Kortom, durf vies te zijn. Een beetje vies is best wel lekker.

Hondenliefde

Hondenliefde. Niet een woord dat ik snel in de mond zal nemen. Ik heb een hekel aan honden. Ze zijn agressief, ze stinken, ze blaffen… als ik een hond tegenkom ga ik er liever met een boog omheen. En honden merken dat. Als je onzeker bent, of bang, reageert een hond daar des te meer op. Reden voor mij om bij die beesten uit de buurt te blijven.

Dat is niet altijd zo geweest. Ik houd wel van dieren. Je hebt ook mensen die helemaal niet van dieren houden. Dieren zijn maar vies en hun omgeving moet smetteloos zijn. Soms denk ik dat deze mensen ook niet houden van het ‘dierlijke’ in zichzelf; eten en drinken, poepen en plassen, onwelriekende geurtjes… maar zo ben ik niet. Ik heb dan zelf ook een kat. Heerlijk, zo’n beestje. Een beetje eigenzinnig, maar soms ook een ‘little ball of fur’. Maar honden, nee bedankt. Honden zijn smerig; een kat likt zich tenminste nog schoon.

Mijn angst en afkeer van honden komt voort uit een jeugdtrauma, moet ik bekennen. De ouders van vriendjes van mij hadden ooit een hondje opgenomen dat vals was. Op een mooie zomerdag kwam ik de tuin binnen, en de eerste die mij verwelkomde was het hondje. Ik boog mij om het hondje te aaien, en *hap* deed het mormel, in mijn gezicht. Het volgende bewuste moment lag ik uit te bloeden in de gootsteen. De fysieke schade viel gelukkig mee, de geestelijke schade bleef achter. Sindsdien vertrouwde ik geen hond meer.

Tot onlangs een nieuw persoon in mijn leven kwam: Jouke. Jouke is een simpele jongen, hij heeft aan weinig genoeg. Hij kijkt je zielig aan tot je hem aandacht geeft. Stil genieten zal hij dan, terwijl zijn staart heen en weer kwispelt. In het begin was ik nog een beetje vreesachtig. Het was een groot beest, met een bek vol tanden. Maar inmiddels heeft Jouke mijn hart veroverd. Zijn simpele genoegens, zijn nieuwsgierigheid, zijn levenslust. Ik durf mezelf nog niet genezen te verklaren van de angst voor honden, en bij andere honden zal ik nog terughoudend zijn. Maar Jouke heeft wel bereikt dat genezing nu een optie is, en dat ik ooit met honden zal stoeien. Hondenliefde, wie had dat gedacht?