zondag 7 februari 2010

Zwarte Dood, kunst en cultuur (2)

Een poos geleden schreef ik over het debat over de invloed van de Zwarte Dood op kunst en cultuur (in Noord-Italië). Inmiddels is het essay afgerond en bekroond met een mooi cijfer. Een korte weergave vindt u hieronder:

In zijn weergave van het debat over de Zwarte Dood gebruikte Binski (1) het boek van Millard Meiss (2). Dit laatste boek heb ik doorgenomen en de reacties erop bekeken. Zoals u misschien al aan de titel hebt gezien was Meiss een kunsthistoricus, evenals Binski overigens. Meiss' theorie over een veranderde cultuur na de Zwarte Dood is dan ook voor een deel gebaseerd op de analyse van kunstwerken, een gebied dat mij (helaas) onbekend is. Hoewel Binski de verandering in cultuur op treffende wijze beschrijft slaagt hij er niet in meer dan een verwijzing te creëren in de trant van: 'die cultuur moet toch wel z'n invloed op de kunst hebben gehad'. Er is terecht veel kritiek gekomen op zijn stellingname, die wel vernieuwend was maar niet een complete verklaring kon bieden voor de Noord-Italiaanse kunst in de tweede helft van de trecento.

Dit neemt niet weg dat Meiss een treffend beeld weet te schetsen van de cultuur na de Zwarte Dood. Hij beschrijft de impact van een ramp, maar ook ontwikkelingen die versneld werden of opkwamen. Hij beschrijft bijvoorbeeld de rol van de flagellanten en de Fraticelli (een radicale afsplitsing van de Franciscanen) vlak na de ramp. Deze groepen bestonden al langer vóór 1348 (de flagellanten werden in 1351 verboden) maar werden in de chaos na de ramp actiever. Dat wil zeggen, de cultuur veranderde niet dusdanig dat er 'nieuwe' elementen ontstonden, maar eerder een intensivering van een al aanwezige cultuur. Daarnaast schetst Meiss de rol van enkele invloedrijke personen, om het indringender religieus besef te schetsen. Onder leiding van mensen als Sint Catharina en Beato Giovanni Colombini ontstonden er devote bewegingen buiten de kaders van de kerk om. Dit duidt op een zich verbredend en verdiepend religieus besef onder de burgerstand - terwijl de kerk had afgedaan.


Uitstapje: de afkeer van Colombini van de gevestigde kaders van de kerk, het afwijzen van de priester als middelaar, het zingen van eigen nieuwe gezangen, de hernieuwde aandacht voor de Heilige Geest: het duidt allemaal op een opwekkingsbeweging. Hoewel ik weinig van de beweging van Colombini afweet, vond ik dit een interessante opvallendheid. Daarnaast is het aardig logisch: na een gebeurtenis of omstandigheid waar de kerk geen bevredigend antwoord lijkt te hebben, begeeft men zich buiten de kaders en begint een devote beweging, ongebonden door regels of liturgie.


1. Paul Binski, Medieval death: ritual and representation (Londen 1996).
2. Millard Meiss, Painting in Florence and Siena after the Black Death. The arts, religion, and society in the mid-fourteenth century (Princeton 1951).